Thirsty tales

5x mythes over wijn die je dus niet moet geloven

Wij willen altijd meer leren over wijn (naast dat we het HEEL graag drinken) dus zijn we altijd op zoek naar nuttige info en leuke weetjes erover. Zo kwamen we op onze zoektocht naar kennis ook allerlei mythes tegen die veel mensen geloven, of zien als wijn’waarheden’. Maar sommige van deze feiten blijken toch echt fabels…

 

Foto van culinair journalist Delilah Warcup - van Eyck

Gelukkig zijn er veel mensen met verstand van zaken, zodat wij naast verslag doen en info delen ook vaak achterover kunnen leunen met lekkere wijnen die we dan hebben uitgezocht dankzij hun tips voor wijnen die iedereen graag drinkt, of sommeliers’ favoriete wijnen onder een tientje. En zo kunnen we ook delen wat volgens wijnkenners pertinente onzin is:

Hoe holler de bodem, hoe beter de wijn

Het ziet er chique uit; zo’n sommelier die met z’n duim diep in de ‘ziel’ van de fles (die holle kuil onderin de bodem) een glas uitschenkt aan tafel. Maar het zegt dus niet zoveel over de kwaliteit van de wijn. Mensen gaan er vaak van uit dat alleen dure wijn in zo’n fles thuishoort en associëren het daarom met luxe. Maar die holling is bedoeld om de fles bestand te maken tegen de druk die erop komt door ofwel bubbels van mousserende wijn, of tijdens het kurken van niet-mousserende wijnen. That’s all.

Schroefdoppen zijn voor slechtere wijnen

Nee hoor, het gebrek aan kurk zegt niet iets over de kwaliteit van de wijn. Misschien wel over traditie, maar de meerderheid aan wijnen uit bijvoorbeeld Australië en Nieuw-Zeeland wordt tegenwoordig gebotteld met een schroefdop. En die wijnen, ook rode als Pinot Noir, Shiraz en Cabernet Sauvignon kunnen reuzelekker en goed zijn, en van zeer hoge kwaliteit.

Alleen rode wijn hoort gedecanteerd te worden

Wijnen die lang bewaard zijn en van hoge kwaliteit (bijvoorbeeld goede witte bourgognes of Rioja’s) kunnen een uurtje in een decanteerfles en daarmee wat zuurstof ook heel goed gebruiken. Wel is het raadzaam om elk kwartier even te proeven, want het blijft maatwerk.

Rode wijn hoort op kamertemperatuur geschonken te worden

Veel warmer dan dat sowieso niet, maar in warme landen is de kamertemperatuur waarschijnlijk van een andere orde dan in, zeg, IJsland. Boven de 18° C kunnen de specifieke eigenschappen van rode wijnen vervlakken dus wees niet bang om rode wijn even te koelen in de ijskast. En natuurlijk zijn er meerdere rode wijnen waarbij het juist de bedoeling is ze koel (niet koud) en fris te serveren zoals de Beaujolais Nouveau of een fijne Pinot Noir of Spätburgunder. Rond de 15° C zijn ze heerlijk.

Door de kurk eruit te trekken kan de wijn ‘ademen’

Helaas, nadat de kurk (of schroefdop) verwijderd is, is er nog steeds heel weinig oppervlak van de wijn dat in contact komt met zuurstof als het in de fles blijft zitten omdat de halsopening zo klein is. Daarom is het echt raadzaam de wijn te decanteren in een fles met een brede bodem, om dat oppervlak te spreiden. En, zoals gezegd, dit mag ook zeker bij witte wijnen!

Lees ook:

 

Bron: The Independent

 

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox