Thirsty tales

Lekker druifje #1: tempranillo

Er bestaan duizenden verschillende druivenrassen en jaarlijks komen er weer meer bij, door nieuwe kruisingen of (her)ontdekkingen. Welke druiven moet je echt (leren) kennen? In de serie ‘lekker druifje’ deel ik mijn favorieten, met wijntips. Deze keer: de Spaanse tempranillo.

Foto van culinair journalist Sharon van Lokhorst

Blauwe tanden en paarse lippen

De eerste keer dat ik een professionele wijnproeverij bijwoonde schrok ik me rot. Wie waren al die mensen die schaamteloos rondliepen met blauwe tanden en paarse lippen? En waarom waren ze zo opgewekt? Bleek door de machowijn Tempranillo te komen. Want die doet iets met je.

Viva España!

Veel landen hebben hun eigen rode superster. Italianen hebben nebbiolo, Australiërs shiraz en Spanje heeft tempranillo. En van die naam uitspreken alleen al word ik blij, al lach ik na een paar glazen wel met mijn mond dicht. Het leuke van Tempranillo is de enorme diversiteit aan smaken. Het gaat van frisse en fruitige lichte zomerwijnen naar volle en dikke geconcentreerde smaakbommen.

Stijl herkennen

Muy handig: het etiket geeft daarvan een indicatie – de stijl wordt van licht naar zwaar aangeduid met Joven, Crianza, Reserva en Gran Reserva. Die diversiteit zie je terug in de prijs, van betaalbare wijn voor alledag tot mucho dinero.

Rioja: de punkrock-regio van Europa

In Spanje is er in de loop der eeuwen wat af gemuteerd met die tempranillo; er zijn intussen meer dan 550 verschillende klonen van de druif geteld! De klassieke tempranillo-regio is Rioja: dé rode parel van Spanje. De lekkerste Tempranillo’s uit Rioja zijn vaak een blend met andere druiven, waaronder garnacha. Met de eigenwijze en innovatieve wijnmakers en extravagante architectuur is het de punkrock-regio van Europa.

Ook indrukwekkend: Ribera del Duero

Een andere beroemde tempranillo-broedplaats is Ribera del Duero. Deze wijnstreek, 120 kilometer ten noorden van Madrid, is qua oppervlakte weliswaar vijf keer kleiner dan Rioja, maar het is wél een geduchte concurrent. Tempranillo kan tegen hitte en droogte en dat komt goed uit, want het klimaat is hier extreem: snikhete zomers, ijskoude winters en een enorm verschil tussen dag- en nachttemperaturen. En in combinatie met de hoogte bouwt de druif, die ze hier ook wel ‘tinto fino’ of ‘tinto país’ noemen, een enorme complexiteit aan smaken op.

Buiten Spanje

Maar er is meer, want tempranillo heeft langzaam maar zeker de wereld veroverd. Je vindt ‘m ondertussen ook in Australië, Argentinië, Nieuw-Zeeland en Chili.

Wijntips!

Serving you: drie knallers van wijnen, oplopend in prijs.

Salentein Portillo Tempranillo, Mendoza, Argentinië

Doordat er een schroefdop op zit, denk je hop, opendraaien, inschenken, opdrinken. Maar ho. Wacht. Laat deze Argentijn na het inschenken even op adem komen, anders komt ie wat stroef over. Wat lucht en je hebt een heerlijke, soepele wijn te pakken. Mijn perfecte wijn voor doordeweeks bij een pasta met tomatensaus. Met of zonder vlees, sowieso een succes. Ook lekker in het weekend trouwens: als aperitief met Spaanse chorizo, of voor een Mexicaanse fiesta, compleet met taco chips uit de oven (natuurlijk overgoten met salsa saus en gesmolten kaas!) en burritos met bonen en kip. En voor nog geen tientje is de prijs-kwaliteit dik in orde.

Cruz de Alba Crianza, Ribera Del Duero, Spanje

Voor net geen twintig euro heb je hiermee een heel sjiek exemplaar te pakken. Inschenken, rustig walsen, even wachten en dan pas proeven. Een aroma om wild van te worden en een afdronk van hier tot Madrid. De kracht en finesse maakt het een echte eetwijn. Een stukje (gegrild) rood vlees bijvoorbeeld, maar ook gegrilde groene asperges of een lekkere brok oude kaas. Niet schrikken van je zwarte tanden. Je hebt het er voor over, geloof me.

Ramón Bilbao Mirto, Rioja, Spanje

Inschenken en dan even laten staan, want ik kan het niet vaak genoeg zeggen: Tempranillo’s zijn wijnen die even de kat uit de boom kijken en dan pas hun ware aard laten zien. In dit geval: macho, krachtig, complex, geconcentreerd. Trek ‘m open na een lange boswandeling. Schoenen uit, trainingsbroek aan, op de bank ploffen, Netflix (La casa de papel!), borrelplank erbij (gerijpte harde Spaanse geiten- of schapenkaas, Jamón Iberico de Bellota of andere Spaanse ham) en daarna lang tafelen met gegrilde lamb chops met knoflook en rozemarijn. Of buikspek met een Spaanse tortilla. Saludos, amigo mío!

Lees ook:

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox