8 fouten die je maakt bij het koken van rijst
Rijst wordt vaak gezien als ‘maar’ een bijgerecht waardoor er in mijn ogen niet genoeg aandacht aan wordt besteed. En dat terwijl een kommetje perfect gekookte rijst iets magisch is. Voor dat perfecte kommetje moet je wel zorgen dat je deze fouten nooit meer maakt bij het koken van rijst.
Fout 1: Je gebruikt de verkeerde soort rijst
De ene soort rijst is de andere niet en verschillende soorten zijn absoluut niet inwisselbaar voor elkaar. Japanse kortkorrelige (sushi)rijst heeft bijvoorbeeld een andere bereidingswijze nodig dan langkorrelige pandan- of basmatirijst. Japanse rijst kun je het beste eerst laten weken en je gebruikt een ratio van 1:1.25 rijst tot water in plaats van 1:1.5 zoals met langkorrelige rijst.
Voor risotto, paella en desserts heb je kortkorrelige rijst nodig. Als je geen risottorijst meer hebt kun je deze wel vervangen voor Japanse rijst en andersom. Deze twee soorten lijken heel erg op elkaar.
Fout 2: Je wast je rijst niet
Ik heb een tijdje geleden nog een heel pleidooi geschreven over waarom ik mijn rijst niet waste, maar ik ben er inmiddels helemaal van teruggekomen. Oeps. Als je de rijst goed wast, gaat de buitenste laag zetmeel eraf en dit maakt de rijst luchtiger en lekkerder van textuur. Ik was altijd te lui maar eigenlijk is het echt een hele kleine moeite voor een heel fijn resultaat. Sinds ik het doe krijg ik nóg meer complimenten over m’n rijst.
Fout 3: Je kookt de rijst in ruim water
Voor de allerlekkerste rijst, meet je de rijst en het water precies af en laat je de rijst droogkoken. Als al het water is geabsorbeerd, is de rijst perfect gaar. Gebruik voor langkorrelige rijst anderhalf keer zoveel water als rijst, of zorg dat er er precies een vingerkootje water boven de rijst uitkomt. Stop in ieder geval onmiddellijk met rijst in ruim water koken en het later afgieten.
Fout 4: Je vuur staat te hoog
Om rijst te laten droogkoken verwarm je de rijst met het water in een pannetje tot het water kookt. Dit doe je op hoog vuur, maar zodra het water kookt draai je het vuur laag en doe je de deksel op de pan. Doe dit altijd op het kleinste pitje, het is namelijk echt belangrijk dat de rijst langzaam pruttelt. Anders heb je kans dat de pan overstroomt of dat de onderkant van de rijst aanbrandt, terwijl de rest van de rijst nog niet gaar is. Zonde.
Fout 5: Je roert in de rijst
Geduld is een schone zaak, al helemaal als het op rijst koken aankomt. Zodra de deksel op de pan zit, laat je de pan met rust. Ga niet tussentijds gluren en al helemaal niet roeren. Door te roeren komt het zetmeel los en krijg je zompige rijst. Als je geen risotto maakt, is er nooit een reden om door je rijst te roeren.
Fout 6: Je gebruikt geen zout
Je kookt toch ook geen pasta zonder dat je zout in het water doet? Hetzelfde geldt voor rijst. Het zout haalt alle smaken in de rijst omhoog en transformeert de neutrale korrel naar een gerecht waarvan je niet kan stoppen met eten. En niet te zuinig, het mag best een flinke snuf zijn.
Fout 7: Je laat de rijst niet staan
Als je rijst op de correcte manier is gekookt, is hij aan de onderkant altijd iets vochtiger dan aan de bovenkant. Om te zorgen dat het vocht zich goed door de rijst verdeelt is het belangrijk dat je de rijst 5-30 minuten laat staan met de deksel erop.
Fout 8: Zilvervliesrijst eten
Feit: witte rijst is het lekkerste op de wereld en zilvervliesrijst is de bron van al het kwaad. Het smaakt naar karton en ik heb nog nooit een gerecht geproefd waarin het lekker was, en man wat heb ik het geprobeerd. Blijf uit de buurt van dit verschrikkelijke graan, en haal je vezels uit volkorenproducten die wél lekker zijn.
Lees ook: