Receptregels ontrafeld
Recepten volgen is een vak apart. Ten eerste lees je bijna altijd ergens overheen. Daarnaast roepen de hoeveelheden of (gebrek aan) aanwijzingen vaak veel vragen op. Onthoud deze regels, en tackle elk recept.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ik lees heel veel kookboeken – heerlijk, al die nieuwe gerechten en de verhalen erachter! – maar ik kook er nauwelijks uit. Ik laat me er vooral door inspireren, wat ik ook doe als ik ergens anders eet dan thuis. Eenmaal kokend, geef ik er mijn eigen draai aan. En als ik dan weer eens een recept kook, ben ik weer die ezel die vergeet eerst ALLE receptstappen te lezen, alvorens aan de slag te gaan. Waardoor ik tierend in de keuken eerst het recept in kwestie vervloek, maar daarna vooral mezelf.
Ben jij wel iemand die graag recepten na-kookt? Dan zijn onderstaande regels heel handig om nooit meer te vergeten.
Hoe groot is een ei?
Heel vaak staat er in een recept wel hoeveel eieren je nodig hebt, maar niet hoe groot die moeten zijn. Tegenwoordig kun je bijna overal kiezen uit medium en large. Als er geen grootte bij vermeld staat, gebruik dan altijd large.
Kamertemperatuur
Vooral in bakrecepten staat vaak dat bepaalde ingrediënten op kamertemperatuur moeten zijn. Aangezien je roomkaas, boter en dat soort ongein vaak in de koelkast bewaart, kan ik me voorstellen dat je denkt: “Is dat nou écht nodig?” Het antwoord is ja.
Als je ingrediënten met elkaar gaat mengen die nog koud zijn, binden ze minder goed aan elkaar. Dat kan zorgen voor klontjes in je beslag of nog erger, in je frosting. Ook krijgen eieren op kamertemperatuur veel meer volume dan als ze koud zijn. Heel belangrijk bij het kloppen van meringue dus.
Begin je met bakken en staat alles nog in de koelkast? Haal het er uit, en na een half uur kun je alles wel gebruiken. Als je echt haast hebt, kun je boter in blokjes snijden zodat ze sneller warm worden.
Lepels
Vaak worden hoeveelheden aangegeven in eetlepels en theeleplels. Voordat je je standaard koffielepel erbij pakt, hiermee worden standaard maten aangegeven.
Je kunt in maatlepels investeren, die zijn niet zo duur en wel heel handig. Heb je daar geen zin in? Reken dan hele ruime eetlepels en theelepels, dan komt het ook goed.
Fijngehakt
De manier waarop ingrediënten zijn opgeschreven, kan ook uitmaken in de hoeveelheid. ‘Een eetlepel amandelen, fijngehakt’ is iets anders dan ‘een eetlepel fijngehakte amandelen’.
In het eerste geval hak je de noten na het meten, en in het tweede geval ervoor. Misschien een klein verschil, maar in sommige recepten kan het wel verschil maken. Vooral bij patisserie geldt echt: meten is weten!
Cups
Je bent een heerlijk recept tegengekomen online, maar alle ingrediënten worden plotseling in cups gemeten. Cups zijn Amerikaanse maten, en het handigst is dan ook om een setje aan te schaffen.
Een hele cup is ongeveer 235 milliliter. Als het om vloeibare ingrediënten gaat, kun je dit dus makkelijk omrekenen. Bij andere dingen – bloem, boter, suiker, noten – is Google je vriend. Er bestaan talloze sites die cups naar grammen omrekenen. Hetzelfde geldt voor sticks boter en ounces.
Een snuf of een scheut
Een scheut olijfolie, een snuf zout, hoeveel is dat eigenlijk? In deze categorie heb ik goed nieuws voor je, doe het lekker op gevoel. Als er zo’n omschrijving in een recept staat, maakt het meestal niet zo veel uit en gaat het vooral om je eigen smaak.
Proef of jij het goed op smaak vindt, of er nog een drupje citroen, wat zout of versgemalen peper bij moet. En als het smaakt zoals jij het wil, heb je het goed gedaan!
Lees ook: