Tips & tricks

Veelgemaakte fouten bij millennialvrucht numero uno: avocado

Avocado op toast, als guacamole of in je pokebowl met tonijn: hoe je je avocado het liefst eet, is helemaal aan jou. Maar dat wil niet zeggen dat je je avoskills niet kan verbeteren. Want man, er worden nog heel wat fouten gemaakt die je makkelijk kan vermijden. Het resultaat: nog meer smulkans.

Foto van culinair journalist Steffi Posthumus

Avocado’s zijn zo romig, vullend, handig mee te nemen, zitten vol goede vetten én zijn gewoon lekker. Zéker als je onderstaande fouten niet maakt.

Avocado fouten die je niet meer moet maken

Maar eerst een waarschuwing vooraf: veel mensen snijden de avocado door en proberen dan met een groot keukenmes de pit uit de avocado te krijgen. Levensgevaarlijk. De Nederlandse Vereniging voor Plastisch Chirurgen luidde hiertoe reeds de noodklok. Steeds vaker zien zij mensen die bij het schoonmaken van een avocado hun hand blijvend hebben verwond. Heb je je avocado zonder gevaar opengemaakt, zorg dan dat je dit niet meer doet:

Fout 1: ze laten oxideren

Bruine avocado is eetbaar, maar om nou te zeggen lekker en aantrekkelijk? Nee. Zodra het mooie groen van je avocado in contact komt met de lucht, begint het oxideren al. Snij je avocado daarom pas vlak voor je gaat eten. Lukt dat niet omdat je moet voorbereiden en je bijvoorbeeld ’s middags al de guacamole maakt voor die avond, bedek het vruchtvlees dan heel strak met vershoudfolie.

Fout 2: onrijpe avocado’s gebruiken

Nu we het toch over guacamole hebben: daar heb je echt ultrarijpe, zachte avocado’s voor nodig. Tuurlijk, als je maar hard genoeg je best doet is iedere avocado tot moes te slaan, maar lekker is het niet. Onrijpe avocado’s zijn trouwens niet alleen ‘slecht’ voor je guacamole. Eerlijk is eerlijk: ze zijn gewoon nooit echt lekker. Avocado is immers geen fris, knapperig appeltje. Geduld dus. Of leg er bananen bij, dan rijpen ze sneller.

Fout 3: te rijpe avocado’s gebruiken

Overal waar ‘te’ voor staat is niet goed. Al moet ik hier wel een nuance maken: voor mashed avo (op toast) en guacamole zijn flink rijpe avocado’s natuurlijk wel goed. Zie punt 2. Maar wil je mooie plakjes a la The Avocado Show maken, dan kan je ze beter net iets steviger hebben. Je kan knijpen, maar wist je dat je ook kan zien hoe rijp je avocado is door het steeltje eraf te trekken? Is het eronder groen? Dan zijn ze ready to go. Bruin? te rijp – en ha: zo voorkom je dat je avocado bruin wordt. Krijg je het steeltje er niet af? Dan hebben ze nog even wat tijd nodig.

Fout 4: gewoon snijden en serveren

Avocado’s hebben weinig nodig om the shinen. Tuurlijk, even snijden, wat peper en zout erover en ze zijn al verrukkelijk. Gewoon zo uit de schil lepelen. Mmm. Maar heb je al wel eens avocadofriet gehad? Gefrituurde avocado: knapperig van buiten, romig van binnen. Zó lekker. Net als die uit de Airfryer trouwens. En wist je dat ze gegrild ook abnormaal lekker zijn? Smeer er wat olie op, en leg ze op een gloeiendhete grill – 30 seconden ongeveer – bam. Avocado 2.0.

Fout 5: beknibbelen op de kruiden

Avocado’s zijn rijk aan vet. Gezonde vetten, maar wel vet. Dat maakt ze ideaal voor salades, dressings en dips, maar je moet die romigheid wel balanceren. Een goede snuf zout doet wonderen. Wat zuur – limoen of citroensap – werkt ook als een malle. Meer suggesties? Koriander, limoenrasp, rode ui, chilipepers, (gerookt) paprikapoeder… behoren allemaal tot de vriendenkring van de avocado.

Lees ook:

 

Geen foodnews Missen?