Kunnen we het even over het fenomeen barbecueën voor gevorderden hebben?
Adeline houdt van eten, veel en vaak, en zowel thuis als er buiten. Nu gaat dat vaak goed, maar soms ook niet. In de serie Sunday Roast deelt ze haar verwonderingen. Dit keer: over over het fenomeen barbecueën – voor gevorderden.
Vroeger was barbecueën nog heel overzichtelijk. Je at wit stokbrood met een saus van Calvé, moest na een uur tobben een blokje kip van de satéstokjes afwrikken van je vader om door te snijden om te checken of het wel gaar was, kip terug op de barbecue en tegen de tijd dat de kolen goed heet waren zat iedereen vol, was het stokbrood op en het vlees over. Ik hield van barbecueën, want ik hield van brood met sausjes.
De fik in
Om al deze fun te bederven heb je nu een snelstartkit. Je zet een lelijke koker op de barbecueën, vult deze met briketten of houtskool, het is mij om het even want ik weet het verschil toch niet, en plaats daar op strategische posities een aanmaakblokje tussen. Of aanmaakkrullen, die bestaan tegenwoordig ook, daar zit helemaal in recordtijd de fik in. Binnen een mum is de boel heet en klaar om te grillen, de barbecueër hoeft zelfs niet meer te klooien met aanmaakpasta. Ik zweer het je, ik had nog geen twee stukjes stokbrood met whiskeycocktailsaus gegeten.
Memo gemist
Het begin van het barbecue seizoen is bijna als Rokjesdag. Je weet het niet, maar je weet het wel. De temperatuur loopt precies zo op dat je net-niet blauwbekkend te dicht bij de barbecue zit, waardoor je haar de volgende dag ruikt alsof je zelf op het ding hebt gelegen. Ineens zijn de briketten op in de supermarkt, moet je stad en land afrijden voor het laatste aanmaakblokje en knuppel je iemand neer met het overgebleven stokbrood in de supermarkt. Maar het ergste is dat je in de tuin zit en je via de buren merkt dat het die dag was, maar jij de memo hebt gemist. Want wat een barbecue vooral doet is lekker ruiken, zodat iedereen die niet barbecuet baalt.
Gebraad te braden
Het is ook niet meer de bedoeling dat je sateetje-hamburger-speklapje afdraait. Nee, op de barbecue hoor je nu gebraad te braden. De barbecueër in kwestie is waarschijnlijk bij de groothandel geweest voor het beste stuk in kwestie, heeft vermoedelijk gepraat met de slager die erop aandrong toch echt de bavette te nemen en staat nu als een ware Van Gogh de kruidenmelange over de kolen te strooien. Daarna bavette erop en halverwege wordt de temperatuur nog even gemeten voor de perfecte garing. Niks niet zwartgeblakerde hamburger meer wat je er maar ‘een beetje af moet snijden’, maar pure perfectie.
Informatie uitwisselen
Wat je ook doet, je bent natuurlijk geen grillmeister als je op gas grillt, want gas is voor watjes, ambachtelijk met een tang in de kolen porren moet je. Dus heb je in de tuin op zijn minst een klein of een groot Ei staan. Da’s de benaming van insiders voor een Green Egg, ik zweer het je: er zijn zelfs besloten Facebookgroepen waar Green Egg Grillmeisters stiekem informatie uitwisselen. En het erge is, ik merk dat ik dit type ook google sinds ik een tuin heb. Ooit geproefd wat er van zo’n ding afkomt? Het is níet normaal.
Mét rooksmaak
Ik vermoed dat wij nu zo’n stel in wording zijn, het is al aan het gebeuren. We waren gisteren aan het klussen, einde middag sloten we af met een koud biertje in onze nieuwe tuin en we bespraken wat te eten. Op het menu stond een Griekse salade met wat kip. Gewoon alleen wat kip, niks bijzonders. En hij zei het echt: ‘ik stook de barbecue wel even op.’ Een uurtje later zaten we aan bovengenoemde salade en een kippetje dat nog het meest weghad van souvlaki, maar dan wel met rooksmaak door de houtskool. Ik ben dit nog aan het verwerken…
Lees ook: