Know before you go: 8x Spaanse lekkernijen die je misschien wilt vermijden
Vind je paella al exotisch? Leer dan even onderstaande Spaanse gerechten uit je hoofd. Want voor je het weet heb je stierenballen, varkensoren en hanenkammen op je bord. Thank us later!
Criadillas
Stierenballen. Voor Ferdinand de Katholieke (1452-1516) de viagra van zijn tijd. Hij verslond ze om zijn jonge tweede bruid seksueel bij te kunnen benen. Dat ze die werking hebben is wetenschappelijk niet bewezen. Maar weet je, probeer het zelf. In het noorden van Spanje worden ze als tapa geserveerd, met een pittige vinaigrette.
Caracoles
Gek eigenlijk dat Frankrijk er altijd met de slakken-eer vandoor gaat, want juist en vooral in Spanje zijn ze enorm in trek. Vooral het noorden staat bekend om de slakkenbereiding, maar in het zuidelijke Sevilla kunnen ze er ook wat van. In mei en juni zijn de kleine slakjes er overal verkrijgbaar: gekookt in een pan met water waaraan zakjes kruiden zijn toegevoegd. Traditioneel bestel je er een koud glas bier bij. Zo moet het wel lukken, toch?
Crestas de gallo
Hanenkammen dus. Het is hier een delicatesse van jewelste. Je vindt ze overwegend in de omgeving van Cuenca en Zamora waar de kraakbeenachtige kammen meestal in een stoofpotje verdwijnen. Ze blijven er daarin altijd uitzien als hanenkammen, wat wel zo eerlijk is, maar ook, ehm, zo afstotend.
Zarajos
Voor de die hards onder ons blijven we nog even in Cuenca voor een andere lokale lekkernij: zarajos. Dit zijn gemarineerde en om takken gerolde schapendarmen. Ze worden gebakken in olijfolie of in de oven geroosterd. Typisch gevalletje van ‘voor de acquired taste’. In andere Spaanse streken vind je vergelijkbare gerechten: madejas in Aragón en embuchados in La Rioja. Opgerolde schapendarmen dus. Niet vergeten.
Morcilla
Een typisch Spaanse lekkernij is bloedworst. Het basismateriaal is varkensbloed. Daarnaast vind je er nog allerlei andere dingen in. Rijst, vaak, en uien en reuzel. En afhankelijk van de streek nog allerlei anders: pijnboompitten, anijs, hazelnoten, gember, komijn, pompoen, kaneel, suiker. Dat klinkt allemaal erg lekker en dat is het natuurlijk ook. Met mate.
Oricios
Iemand moet ooit een zee-egel hebben opgevist en gedacht: laten we er eens van proeven. Die persoon moet hebben bedacht dat stekels in je mond stoppen een slecht idee is, en hem doormidden hebben geknipt. Daar stuitte hij prompt op de fel oranje binnenkant. En nog steeds heeft die persoon de wens van het dier niet gerespecteerd. We bedoelen maar: als je buitenkant bestaat uit stekels en je binnenkant fel oranje is, dan staan toch alle seinen op rood? Maar Pedro (of Carmen) trok zich daar niks van aan en dus kun je aan de kusten van Spanje – in Asturië of Galicië aan de Atlantische Oceaan, maar net zo goed in Catalonië aan de Middellandse Zee – genieten van de zilte oranje tongetjes (die trouwens de geslachtsorganen van het diertje zijn, maar dat terzijde).
Orejas
In Spanje wordt niks weggegooid en dat geldt ook voor de oren van het varken (en andere dieren). Zijn die lekker? Wel als je ervan houdt… En dat doen ze in Madrid! Honderden bars en restaurants kennen evenzovele bereidingswijzen om hun liefde voor het gebakken oor te delen.
Gallinejas
Ook typisch Madrileens zijn gallinejas: de ingewanden van het lam. Restjes, oorspronkelijk. Darmen, maag, zwezerik, de hele binnenkant van het lam wordt in z’n eigen vet gebakken en geserveerd op een bedje van… friet. En zo komt het toch nog allemaal goed. Buen provecho!
Lees ook:
- Know before you go: 12x Franse gerechten die je misschien wilt vermijden
- Ik vroeg (sterren)chefs wat ze niet lusten
- 5x onbekende ham uit Spanje