feed me classics

De lekkerste klassieke guacamole maak je zo

Als ik guacamole maak, heb je als gast mazzel als het überhaupt de tafel haalt… het liefst próef ik het niet tijdens de bereiding, maar eet ik het gewoon lepel voor lepel staand aan het aanrecht gestaag op. Chippie d’rbij? Prima, maar hoeft niet eens. Maar hoe maak jij je guac eigenlijk?

 

Foto van culinair journalist Delilah Warcup - van Eyck

Want ik heb inmiddels een standaardreceptje dat ik zo uit m’n mouw schud, terwijl er natuurlijk ontzettend leuke varianten en riffs te bedenken en te vinden zijn. Wat dacht je van guacamole van groene bakbananen?! Lekker! Groot was mijn verbazing echter toen ik las dat dít ingrediënt in een traditionele guac eigenlijk niet thuishoort:

Huh?

Limoen! Iets waarvan ik dacht dat het tot de absolute essentials behoorde voor een echte guac, blijkt in de meest traditionele vorm van deze dip eigenlijk niet thuis te horen. De gedachte daarachter is dat als de avocado’s en tomaten en pepers zó goed en vers en fris zijn als ze horen te zijn, het zure van limoensap niet eens nodig is.

Maar als je het limoensap weglaat, wil je natuurlijk niet dat je guacamole bruin wordt. Dus zit er maar één ding op, waar ik me helemaal in kan vinden: heel snel opeten!

Zo maak je de lekkerste klassieke guacamole:

  • Verwijder de pitten en zaadlijsten van de pepers en hak de pepers fijn.
  • Snipper de ui.
  • Verwijder de zaadjes van de tomaten en snij de tomaten in kleine dobbelsteentjes.
  • Halveer en ontpit de avocado’s.
  • Stamp en vijzel de ui, peper, koriander en de 1/2 tl zout in een molcajete (of vijzel) tot een pasta.
  • Lepel het vruchtvlees van de avocado erbij in de vijzel en stamp grof.
  • Doe de blokjes tomaat erbij en meng met een lepel.
  • Voeg naar smaak eventueel wat meer zout toe, en klaar! Chips erbij, misschien wel uit je jaarvoorraad tortillachips, en smullen maar…

Lees ook:

 

 

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox