Tips & tricks

8x tips om het alledaagse koken leuker en makkelijker te maken

Niet alle tips in het leven hoeven aardverschuivend bijzonder te zijn. Soms is een kleine, goedbedoelde tip of opmerking van iemand voldoende om te helpen bij een nieuw inzicht, of om iets makkelijker te maken. Deze tips van mensen die vrijwel elke dag koken bijvoorbeeld, waardoor jij er misschien ook iets meer routine of plezier in kan krijgen:

 

Foto van culinair journalist Delilah Warcup - van Eyck

Want niet iedereen vindt het leuk om achter de pannen te staan. Maar als jij best graag voor jezelf of anderen zou willen koken maar je hebt het idee dat het gewoon allemaal wat hándiger (of makkelijker) zou kunnen, dan zijn deze adviezen misschien heel goed voor jou om je wat meer op je gemak te laten voelen in de keuken. Ze komen van mensen die je gewoon graag op weg helpen.

MEPpen maar

Neem even de tijd voor mise en place; Frans voor ‘op z’n plaats zetten’. Dit betekent heus niet dat je elke dag heel profi allemaal ingewikkelde dingen hoeft te maken: het betekent gewoon dat voordat je het vuur onder de pannen aanzet, je alles klaar hebt liggen waarmee je gaat koken. Zelf zet ik soms gedurende de hele dag op het moment dat ik eraan denk alvast iets klaar op het aanrecht wat ik niet wil vergeten: een bepaald specerijenpotje bijvoorbeeld, of de groente die echt vandaag bereid moet worden voordat ie niet goed meer is. Maar dat is als ik geen recept aanhou. Als je dat wel doet:

Lees het hele recept eerst goed door

We kunnen het niet vaak genoeg zeggen. Je wil niet vol goede moed aan een bananenbrood beginnen om precies nadat je de eieren in de kom met bananenprak hebt gebroken, erachter te komen te komen dat de bloem op is. Dus eerst lezen, en dan de mise en place doen.

Kook rijst of granen eens in bouillon

Of je nou aan de slag gaat met couscous of spelt of zilvervliesrijst of quinoa: door ze te koken in bouillon in plaats van in water sta je meteen 1-0 voor in smaak. Makkelijk dus, let alleen wel op dat je niet té sterke bouillon gebruikt waardoor het resultaat te zout is. Je kunt altijd nog wat zout toevoegen.

Koop (of vraag) echt een vleesthermometer

Je zal ‘m waarschijnlijk niet elke dag gebruiken, maar geloof ons: er zijn zat momenten wanneer je (als je) vlees bereidt, dat je je af zal vragen of het nou al gaar is en het voor de zekerheid nog maar even door laat bakken of sudderen. Met het risico op te lang gegaard en dus taai of uitgedroogd vlees. Zonde! Een vleesthermometer neemt je al die twijfel uit handen, en overal op internet zijn de juiste kerntemperaturen voor alle soorten vlees te vinden.

Onthoud: ZVZH

Zout, Vet, Zuur, Hitte. Deze 4 elementen zijn niet voor niets de titel van Samin Nosrat’s geweldige kookboek, want de juiste balans ertussen maakt elke maaltijd werkelijk áf. Simpel gezegd: gebruik genoeg zout, een citroen of limoen is een van je beste vrienden in de keuken, gebruik hitte zowel als garend maar ook als pittig element, en wees niet bang voor vet. Olijfolie, boter, volle yoghurt: kom maar door.

Ruim (iets) op en was af terwijl je aan het koken bent

Er is vrijwel altijd wel even een minuutje of twee beschikbaar terwijl je eten in de pan zit, waarin je net even een mengkom of een snijplank of een andere pan kan afwassen. Dit scheelt zoveel gezeik aan het einde van de maaltijd, en je kan doorgaans echt meer van je eten genieten als er niet een hele berg afwas op het aanrecht ligt te wachten tot straks.

Verse kruiden maken het verschil

Wat fijngehakte (of in stukjes gescheurde of geknipte) verse groene kruiden kunnen een bord eten echt een boost geven, zowel qua voorkomen als qua smaak. En ben je bang dat zo’n kruidenplant maar komt te verpieteren? Bewaar ‘m dan niet alleen voor het avondeten, maar gebruik gewoon veel vaker. Een boterham met kaas en tomaat knapt ook op van basilicum, en die instant noedels zien er meteen frisser uit met gehakte peterselie of koriander.

Die geroosterde groenten kunnen net wat langer

Ja, je zal aan het eind van de bereidingstijd iets vaker door het raampje van de oven moeten gluren. Maar wanneer je denkt dat die spruitjes of wortelen of bietjes op de bakplaat wel gaar zijn, heb dan nog even geduld. Om voorbij het punt van gare maar zachte ovengroente te komen heb je die extra tijd nodig om echt lekkere knapperig geschroeide randjes te krijgen. En dan natuurlijk uit de oven halen voordat ze zwartgeblakerd zijn, maar je zal zien dat je die timing gauw onder de knie hebt.

Lees ook:

 

Bron: Tasty

 

Geen foodnews Missen?

Ontvang een update in je inbox