Oliebollen eten in juni: door de coronacrisis kan het
Van Oss tot Dordrecht, overal in het land is de geur van oliebollen al te ruiken. In juni ja. Door de coronacrisis mogen kermissen nog niet open, dus zien de oliebollenbakkers zich genoodzaakt op een andere manier aan hun inkomsten te komen.
Het is dat de markten langzaamaan weer op gang komen, maar anders hadden we waarschijnlijk nog veel meer gebakkramen op hun winterse standplaatsen zien staan. Vooral in het begin van de crisis werden er namelijk massaal vergunningen voor standplaatsen aangevraagd. “De kermissen vallen weg en ondernemers willen toch een boterham verdienen,” concludeert de Dordtse marktmeester Ruud de Dreu in het AD.
George Reemer is een van die zomerse oliebollenbakkers. Zijn mooie kraam staat op zijn oude vertrouwde plek; het Van Eesterenplein in Dordrecht. Normaal zou hij nu op de kermis staan, maar zijn attractie – touwtje trekken en ballen gooien – is de schuur niet uit geweest. “Die staat daar al maanden te huilen,” aldus Reemer in het AD.
Lekker warm
Maar zelf huilen in een hoekje is niets voor George. Dus is hij weer aan het bakken geslagen. Naast zijn vertrouwde oliebollen kan je in zijn ‘Dordtsche Gebakkraam’ ook chocoladefruit, wafels, soezen, donuts en churros kopen. Een beetje anders is het wel. Warmer vooral. Want hoewel de ventilatoren op volle toeren draaien, liggen de temperaturen boven zo’n frituur in de zomer natuurlijk een stuk hoger dan in de winter.
Maar weer of geen weer, de gebakkraam blijft – net als andere kramen in het land – gewoon staan. “We blijven zolang de klanten blijven komen. We bekijken het per maand,” aldus George.
Lees ook: