Keuringsdienst van Waarde checkt: wat is saté nou eigenlijk?
Friet met saté, kipsatépannetje, satésaus, kipsatésalade voor op brood, Chicken Tonight met saté, satégehaktballen, vegetarische schnitzels met saté… Je kunt het zo gek niet bedenken of er is een satévariant van. Maar wat ís saté nou eigenlijk? Het lijkt wel iets waarvan we allemaal snappen wat het is, maar niet kunnen uitleggen hoe en wat. Precies daarom dook Keuringsdienst van Waarde er bovenop.
Is saté het vlees? Nee, zou je denken. Want verklaar dan maar eens het product satésaus, waar geen stukje vlees in te bekennen is. Is het de saus dan? Ook niet, want satégehaktballen bijvoorbeeld worden zonder saus verkocht. Zijn het anders de kruiden? Niet als we culinair Indonesië moeten geloven; zoals Keuringsdienst van Waarde het zegt de ‘bakermat van saté’. Daar betekent ‘saté’ iets heel anders.
Satékenners aan het woord
Zowel satékenner Vanja van der Leeden (die een kookboek over saté schreef, Indostock – we deelden al haar recepten voor een echte Indonesische saté ayam en écht lekkere saté tempeh – als Indonesisch culinair verhalenverteller Ade Putri (die presentatrice Marijn Frank sprak in Indonesië) zijn het erover eens: in Indonesië staat saté voor gegrild vlees op een stokje. Dat kan van alles zijn, van kip tot lam en van rund tot vis. Gegrilde mosselen op een stokje zijn bijvoorbeeld ook al saté.
In Indonesië krijg je ook zeker niet de satésaus zoals wij ‘m kennen – in plastic bakjes uit de supermarkt dus – bij de saté. Saté ajam, dus kipsaté, wordt soms wel geserveerd met een pindasaus. Maar die lijkt in de verste verte niet op de satésaus van bijvoorbeeld het merk Wijko. Indonesische pindasaus is veel hartiger en pittiger, en ook minder dik van structuur.
Zoete satésauzen
In Nederland zijn wij gek op zoete satésaus. Het is eigenlijk een soort creatief verzonnen saus die wij nu kenmerken als saté. Onmiskenbaar daarin is pinda of pindakaas. ”Nu is het saté”, zo zegt een fabrikant van kipsatésalade dan ook als hij presentator Ersin Kiris rondleidt in zijn fabriek, en pindakaas toevoegt aan zijn saus. Wat er verder precies in zijn kipsatésalade gaat, is geheim. Toch verklapt hij wel dat er bijvoorbeeld ketjap manis en zelfs zeer fijngehakte dille in gaat.
Een andere fabrikant, die van Rimboesauzen, neemt presentator Stefan Sasse mee achter de schermen. Hij laat de ingrediëntenlijst van zijn satésaus zien. Een ellenlange lijst met onder andere knoflookpoeder, anijs, tomatenpuree, suiker en zwarte peper. Net als bij de eerdergenoemde kipsatésalade wijst alles erop dat deze saus zoet smaakt. Precies wat we in Nederland – blijkbaar – lekker vinden.
Creatieve Nederlandse draai
Conclusie? Saté in Nederland is een totaal ander concept dan in Indonesië. De Indonesische Ade Putri weet niet wat ze ziet én proeft als Marijn haar allerlei satéproducten uit de Nederlandse supermarkt geeft. ”Dit herken ik niet als saté”, zegt Putri. ”Wij hebben in Indonesië niet zoveel snacks en kruiden met de smaak saté”. De satésaus van Wijko vindt ze ”net een pindakaas-smoothie en zo wiebelig als panna cotta”.
Voor échte saté zul je dus toch naar Indonesië moeten gaan. En voor Nederlandse saté? Dan volstaat een korte wandeling naar de supermarkt om de hoek. Als dat voor jou prima is, dan is dat uiteraard helemaal goed. Want hoe je het ook wendt of keert; op de een of andere manier smaakt wel álles beter met Nederlandse satésaus.
De aflevering van Keuringsdienst van Waarde kijk je hier.
Lees ook: